|
Post by arjandevisser on Jun 11, 2005 8:49:10 GMT -5
Is er een aanwijzing te vinden voor Kant's stelling dat causaliteit en ruimte middelen zijn van onze ratio om greep op de wereld te krijgen. Dit is niet zo makkelijk, want hiervoor is een fenomeen noodzakelijk dat wij waarnemen, dat door naievelingen (bv kinderen) als ruimtelijk wordt gezien, maar waarvan we weten dat het niet ruimtelijk is. Als zo'n fenomeen bestaat dan is de stelling van Kant niet alleen maar speculatief, maar heeft zij ook empirisch een argument, zonder dat ik dit als een bewijs wil zien. Is er zo'n fenomeen ?
Jawel de regenboog. Ik kan een regenboog waarnemen, maar zij is niet ruimtelijk. Zij bevindt zich daar waar ik denk dat ze zich bevindt en dat is afhankelijk van mijn positie tov de regenbui. Iedereen (met elk een andere positie) ziet de regenboog op een andere plaats ergo de regenboog heeft geen plaats. De regenboog is niet ruimtelijk en dus is de plaats aan het eind van de regenboog niet te vinden, want als je daarnaar op zoek gaat dan verandert de regenboog van positie, waarmee ook het einde van de regenboog van positie verandert. Toch hebben velen van u lezers ooit eens de fiets gepakt op weg naar die pot goud (hoewel mischien is dit projectie ik kan mijzelf als kind me een dergelijke zoektocht herinneren). Zou het niet zo kunnen zijn dat Kant op zijn wandelingen een regenboog tegenkwam en kinderen op weg zag gaan naar die pot goud en dat zijn verwondering over deze dwaling de genesis was van een nieuwe theorie ?
Mischien vond hij hierin zijn pot met goud.
|
|
niels
New Member
Posts: 1
|
Post by niels on Jun 26, 2005 16:53:36 GMT -5
Als ik een oog dicht doe kan ik nog steeds vanalles waarnemen. Echter 2-dimensionaal ipv 3-dimensionaal. Zelfs als ik mijn ogen dicht doe kan ik vanalles waarnemen (op de tast b.v.). Ik kan me dus bewust worden van uitgebreidheid. Zo kan ik objecten onderscheiden. Door het onderscheiden van objecten krijg ik besef van ruimte. Ruimte lijkt iets te zijn dat wij als concept bedenken. Door inductief ruimte te veronderstellen kan ik ruimte projecteren op een regenboog met bovenstaande als gevolg. Ruimte is blijkbaar voldoende voor onze ervaring van de wereld, maar hoeft niet noodzakelijk te zijn. Hoe kan ik ruimte nu toch nog als a priori kennis beschouwen?
|
|