Post by Charlotte on Nov 8, 2004 5:50:57 GMT -5
Onderstaande vragen zijn van een toets die twee jaar geleden is gegeven. Succes allemaal, Charlotte.
Oefentoets Ethiek I
1. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen deontologische en konsequentialistische
theorie van de normatieve ethiek
(a) Er zijn belangrijke pogingen gedaan het verschil tussen de twee
soorten van ethiek uit te leggen. Noem in dit kader de belangrijkste
verschillen
(b) kun je het onderscheid gebruiken om de theorie de je uit de cursus
kent kort te ordenen? Noem kort argumenten voor jou ordening
2. Kant ontwikkelt de categorische imperatief als centraal principe van de
ethiek.
(a) wat is een categorische imperatief in tegenstelling met een hypothetische
imperatief? Leg kort het belangrijkste verschil uit
(b) wat zijn de verschillende formules van de categorische imperatief?
Het gaat niet om een letterlijke weergave maar om de beschrijving
van de inhoud en de samenhang tussen de verschillende versies.
3. Het utilisme is een familie van ethische theorieeen.
(a) Noem de belangrijkste kenmerken van utilistische theorie.
(b) wat is met het oog op de positie van het individu een belangrijk
verschil met Kant?
(c) op welke manier kan het utilisme met de belangen van dieren rekening
houden?
4. John Rawls heeft in zijn boek ”Theorie of justice” een methode ontwikkelt
om principes van rechtvaardigheid te formuleren
(a) Beschrijf kort de inhoud van deze principes van rechtvaardigheid en
de argumentatie waarom ze als kritische maatstaaf kunnen worden
gebruikt.
(b) wat is het verschil met het klassieke contractualisme van Thomas
Hobbes?
(c) wat zijn belangrijke kritiekpunten op Rawls Theorie? (argumenteer
kort!!)
5. In de moderne moraalfilosofie spelen de mensen rechten en belangrijke rol.
(a) wat is het verschil tussen positieve en negatieve rechten?
(b) hoe verhoudt zich Kant’s moraalfilosofie zich tot een theorie van
rechten?
(c) schets een korte argumentatie hoe je in het kader van een ethiek
van de mensenrechten iets over milieuethiek kunt zeggen. Gebruik
daarbij de ethische theorie die je in de cursus hebt leren kenen!
Oefentoets Ethiek I
1. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen deontologische en konsequentialistische
theorie van de normatieve ethiek
(a) Er zijn belangrijke pogingen gedaan het verschil tussen de twee
soorten van ethiek uit te leggen. Noem in dit kader de belangrijkste
verschillen
(b) kun je het onderscheid gebruiken om de theorie de je uit de cursus
kent kort te ordenen? Noem kort argumenten voor jou ordening
2. Kant ontwikkelt de categorische imperatief als centraal principe van de
ethiek.
(a) wat is een categorische imperatief in tegenstelling met een hypothetische
imperatief? Leg kort het belangrijkste verschil uit
(b) wat zijn de verschillende formules van de categorische imperatief?
Het gaat niet om een letterlijke weergave maar om de beschrijving
van de inhoud en de samenhang tussen de verschillende versies.
3. Het utilisme is een familie van ethische theorieeen.
(a) Noem de belangrijkste kenmerken van utilistische theorie.
(b) wat is met het oog op de positie van het individu een belangrijk
verschil met Kant?
(c) op welke manier kan het utilisme met de belangen van dieren rekening
houden?
4. John Rawls heeft in zijn boek ”Theorie of justice” een methode ontwikkelt
om principes van rechtvaardigheid te formuleren
(a) Beschrijf kort de inhoud van deze principes van rechtvaardigheid en
de argumentatie waarom ze als kritische maatstaaf kunnen worden
gebruikt.
(b) wat is het verschil met het klassieke contractualisme van Thomas
Hobbes?
(c) wat zijn belangrijke kritiekpunten op Rawls Theorie? (argumenteer
kort!!)
5. In de moderne moraalfilosofie spelen de mensen rechten en belangrijke rol.
(a) wat is het verschil tussen positieve en negatieve rechten?
(b) hoe verhoudt zich Kant’s moraalfilosofie zich tot een theorie van
rechten?
(c) schets een korte argumentatie hoe je in het kader van een ethiek
van de mensenrechten iets over milieuethiek kunt zeggen. Gebruik
daarbij de ethische theorie die je in de cursus hebt leren kenen!